“De Indiëherdenking is Nederlands”, dat zegt Wijkraad Zuid-West Amsterdam. Daarmee neemt de bewonersorganisatie nadrukkelijk stelling tegen ‘antikoloniale’ activisten, die doorgaan afkomstig zijn uit de hoek van het extremistisch totalitair Links.
“Helaas proberen ‘antikoloniale’ activisten ieder jaar weer de 15 augustus-herdenking nog ‘inclusiever’ te maken. Zo zouden we ook de tijdens de bezetting omgekomen Indonesiërs moeten herdenken. Zelfs Indonesiërs die daarna, tijdens de dekolonisatieperiode tussen 1945-1949 door Nederlandse militairen zijn gedood, hebben volgens deze activisten recht op de 15 augustus herdenking. Een oproep die uiting geeft aan de huidige excuus-cultuur en in het verlengde ligt van de wens Nederland aan de schandpaal van het kolonialisme te nagelen. Dit morele gemorrel aan de Indiëherdenking is misplaatst en smakeloos. De Indiëherdenking is er in de eerste plaats voor de (Indisch-)Nederlandse slachtoffers. Houd de Indiëherdenking gewoon Nederlands” aldus de heer Moll, de voorzitter van de Federatie Indische Nederlanders, die ook vraagtekens plaats bij de aanwezigheid van de Indonesische ambassadeur bij de herdenking.
“De Indiëherdenking is een Nederlandse herdenking en daarom staan we traditiegetrouw stil bij de (Indisch-)Nederlandse slachtoffers en zij die ook voor Nederland het leven lieten, zoals Molukkers en andere minderheidsgroepen. Voor de activisten een ware doorn in het oog” signaleert Lentze. “Een Indonesische invulling vertroebelt echter de herdenking en leidt af van waar het op 15 augustus primair over zou moeten gaan: de Nederlandse slachtoffers. Een groep die, met het beruchte Indisch Zwijgen, nooit heeft kunnen spreken over de verschrikkingen die zij aan den lijve hebben moeten ondervinden. Eerst als gevolg van het Japanse racisme, daarna vanwege Indonesische terreur. Deze groep heeft één moment in het jaar dat er aandacht is voor hun leed, voor hun verhaal. Waarom moet dat van hen worden afgepakt?” vraagt Michel Lentze zich hardop af.
Activisten zoeken vaker de publiciteit rondom 15 augustus. Vorige week was er nog irritatie over een nieuw Indisch monument in Ede, omdat in een begeleidende tekst het kolonialisme op de hak zou worden genomen. Daarmee dacht de gemeente de wind uit de zeilen te nemen van een groep activisten, die verwoed probeerden het monument voor slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog tegen te houden. Volgens de gemeente berustte de gewraakte passage op een misverstand en is zij niet van plan te zwichten voor de activisten. Tot opluchting van veel bezorgde Indische Nederlanders. Ook vorig jaar was de ergernis groot toen bekend werd dat activisten de herdenking wilden verindonesiseren. Kort daarop werd het Indisch Monument in Den Haag, ondanks waarschuwingen voor een op handen zijnde vernieling, ontheiligd door (pro-) Indonesische activisten.
Nederlandse veteranen en hun nakomelingen hebben wettelijk en moreel recht op respect, waardering dankbaarheid en zorg van de Nederlandse samenleving en regering.
De veteranenfamilies moeten worden geëerd voor hun bijdragen aan de Nederlandse belangen, hier en in voormalig Nederlands-Indië. Hun graven verdienen een bijzondere en beschermde status hier in Nederland en in Azië.
Op 15 augustus herdenkt Nederland ieder jaar de capitulatie van Japan in 1945 en daarmee het einde van de Tweede Wereldoorlog. In totaal zijn er tijdens de oorlog in Azië, zowel binnen als buiten de jappenkampen, zeker 25.000 (Indische) Nederlanders om het leven gekomen. Voor veel Nederlanders betekende 15 augustus 1945 geen einde van oorlog, want niet kort daarna brak de Bersiap aan, dat Maleis is voor “Wees paraat” of “Geef acht!”. Het is de strijdkreet van Indonesische (para)militaire organisaties en bendes, die vrijwel direct na de capitulatie dood en verderf zaaiden onder met name niet-Indonesiërs in voormalig Nederlands-Indië. Het exacte aantal Nederlandse (burger)slachtoffers dat tijdens de Bersiap is gevallen is tot op de dag van vandaag onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 5.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten.